Casa Blanca in Moengo, een huis met veel verhalen

Huis en zijn verhaal

Veel gebouwen verbinden ons met de geschiedenis. Ze hebben allemaal hun eigen verhaal. De rubriek ‘Het huis en zijn verhaal’ vertelt hierover.

Dit keer nemen we de Oost-Westverbinding tot aan Moengo. Vanaf de hoofdweg vangt Casa Blanca, het grote witte huis dat prijkt aan de horizon, direct onze blik.

Via een nog onverharde weg, die aan weerszijden verrijkt is met grote kunstwerken, rijden we het centrum van de voormalige bauxietstad Moengo in. Wanneer aan het begin van de 20e eeuw de Surinaamse Bauxiet Maatschappij (SBM, later Suralco) wordt opgericht, start ze hier haar mijnbouwactiviteiten. Tot dat moment vinden we in het gebied langs de Cotticarivier alleen enkele Marrondorpen. Het duurt niet lang voordat er een bloeiende en moderne mijnstad verrijst. Met voorzieningen als gezuiverd drinkwater, straatverlichting, een eigen ziekenhuis en de nodige ontspanningsmogelijkheden ontbreekt het de bewoners, merendeels bestaande uit medewerkers van Suralco, eigenlijk nergens aan. Voor de hooggeplaatste medewerkers wordt er een stafdorp gebouwd. De directeur neemt zijn intrek in Casa Blanca, dat in 1918 wordt opgeleverd.

Al vrij snel blijkt de woning te groot voor de directeur, en gaat het pand dienst doen als sociëteit voor de staf. Voor de exodus naar de stad was het een exclusieve aangelegenheid. Het lidmaatschap was slechts toegankelijk voor het hoger kader en hun bezoek uit de stad. Elders in de stad ontstond daarom ook een zogenoemde ‘Maandgeldersclub’. Het middenkader onderscheidde zich op deze manier van de contractanten en dagloners en creëerde haar eigen club en activiteiten.

Als je langs de grote vrijstaande woningen in het stafdorp rijdt, eindigt de weg bij de toegangspoort van Casa Blanca. Om bij de entree te komen, passer je een grote rij met Europees aandoende dennenbomen. Achter Casa Blanca stroomt de Cotticarivier. Omdat het huis en stafdorp op een iets hoger gelegen terrein gebouwd zijn, heb je vanaf het gehele terrein een weids uitzicht over de omgeving. Op de benedenverdieping sta je bij binnenkomst direct in een grote hal van waaruit ook de brede trap naar de bovenverdieping bereikbaar is. Onder de trap staat een grote, massieve bar. Hoewel het er verlaten uitziet, vereist het weinig voorstellingsvermogen om de goed geklede, sigaar rokende heren rond de bar te zien zitten. Het interieur lijkt de tand des tijds te hebben doorstaan en oogt redelijk onderhouden. Aan weerszijden van de hal is een grote zaal. Aan de linkerkant staat achter in de hoek nog een grote biljarttafel. De bovenverdieping is geruime tijd gebruikt als logeerfaciliteit. De drie kamers, de blauwe, roze en gele kamer, danken hun naam aan de kleur van hun inrichting.

Glenn Kingswijk (57) is onlangs met vervroegd pensioen gegaan, maar werkte ruim zesendertig jaar voor Suralco. Zijn werkzaamheden heeft hij nog niet echt kunnen loslaten. “Ik ben een echt Suralco-kind”, bekent hij. Eerst als beveiliger en later als hoofdverantwoordelijke heeft hij heel wat uren toezicht gehouden bij Casa Blanca. Nu is de woning verlaten. Het handjevol nog overgebleven medewerkers maakt dagelijks de reis naar de stad, met als gevolg dat het stafdorp en Casa Blanca eigenlijk geen functie meer hebben. Plannen van de overheid om de gebouwen over te nemen, zijn nog niet erg concreet, weet Kingswijk te vertellen. Rondom Casa Blanca doen heel wat volksverhalen de ronde. Ken Doorson, een kunstenaar die regelmatig in Moengo verblijft, heeft uiteindelijk nooit overnacht in Casa Blanca. De enige poging die hij hiertoe deed, strandde. Bij aankomst kreeg hij de sleutels van zijn kamer en dat van zijn gezelschap overhandigd. De ene sleutel gaf na een lichte draai in het slot direct toegang tot de kamer. De sleutel waarmee de tweede kamer geopend moest worden, leek wel te passen maar de deur opende zich niet. De dienstdoende wachter kwam poolshoogte nemen en klopte op de deur. Omdat deze niet openende, kregen ze te horen dat het verblijf die avond niet zo verstandig zou zijn. Het was geen goed teken, maar de precieze verklaring ervoor moest hij ze schuldig blijven.

Kankantrieboom

Ook Kingswijk kent de nodige verhalen. Een van die verhalen gaat over een grote kankantrieboom die vroeger naast het huis stond. Hij was zó groot, dat hij van grote afstand al te zien was. Deze boom zou zich ’s nachts verplaatsen en een paar meter verderop gaan staan. Pogingen om de boom te kappen, strandden meer dan eens door problemen met de machines die daarvoor ingezet moesten worden. Een ander verhaal vertelt over de verschijning van een dame op een groot wit paard; in de nachtelijke uurtjes zou zij regelmatig bij de woning te zien zijn geweest. “Ik heb dat in al die jaren nog nooit met eigen ogen gezien, dus ik kan de verhalen niet bevestigen. Wat ik wél weet, is dat er in Casa Blanca de nodige borrels genuttigd werden”, glimlacht Kingswijk.

Categorieën: House and its story

Tags: