Toen Boontje om zijn loontje kwam
Toen Boontje om zijn loontje kwam
Misstanden
Dolgelukkig is Pretaap S. wanneer hij van de districtscommissaris toestemming krijgt om groenten en fruit te verkopen op een stuk domeingrond langs de weg. De officiële vergunning om er met een houten kraam te gaan staan, het gebruiksrecht op het perceel, hangt hij ingelijst boven zijn bed. De verkoop kan beginnen!
De zaken gaan Pretaap voor de wind. Na enkele maanden oppert zijn vrouw om ook zelfgemaakte chutney en vis te gaan verkopen, en al gauw is de houten kraam te klein. En dus laat Pretaap en stevige stalen constructie neerzetten die een stuk groter en comfortabeler is. Als de jaren voorbij gaan, de buurt steeds drukker wordt en de klandizie toeneemt, bouwt Pretaap zijn constructie zelfs om tot een heus stenen winkeltje.
Geen gebruiksrecht
Wat Pretaap zich niet realiseert, is dat hij slechts het ‘persoonlijk gebruiksrecht’ heeft op het stukje grond dat hem is aangewezen, een vergunning om het te kunnen gebruiken. Hij heeft dus geen titel op die grond. En dat had Zhang wél op zijn perceel. Zhang had de grond in erfpacht gekregen en verkocht het terrein voor zijn vertrek naar China aan een zakenrelatie. Die verkocht het jaren later weer door aan een bevriende ondernemer.
En dan ontstaan de problemen. De nieuwe eigenaar wil activiteiten gaan ontplooien op het terrein en dan blijkt het perceel veel kleiner te zijn dan op de kaart staat aangegeven.
Hoe kan dat dan? Een landmeter brengt opheldering: omdat buurman Pretaap zijn winkelpand over de helft van het perceel heeft gebouwd. Pretaap zwaait brutaal met zijn ingelijste vergunning, maar die geldt alleen voor een houten marktstand op het stukje overheidsgrond dat nog niet is uitgegeven.
De nieuwe buurman pikt het niet en sommeert Pretaap om het gebouw af te breken. Pretaap, die zijn droom in rook ziet opgaan, smeekt de ondernemer om begrip en biedt hem een geldbedrag aan. Maar deze heeft zijn zinnen gezet op dit stukje grond en zwicht niet. Na een gerechtelijke procedure valt het vonnis van de rechter: Pretaap moet het deel van de winkel dat op het preceel van de ondernemer staat, afbreken. Punt.
Overpad
En de ellende blijkt nog niet voorbij voor Pretaap. Wanneer zijn gebouw voor de helft is afgebroken en de nieuwe buurman zijn perceel omheint, komt de achterbuurman in opstand.
Want hoe moet hij nu bij zijn huis komen? Hij ging altijd over dat perceel van Zhang.
Dan blijkt dat de winkel van Pretaap niet alleen op een ander perceel is gebouwd, maar ook over een toegangsweg. De achterbuurman ging bij gebrek aan beter al die jaren maar over het perceel van Zhang naar huis. Opnieuw zijn er gerechtelijke procedures aangespannen. Te verwachten valt dat de toch al halve winkel nog verder afgebroken moet worden. En alsof dat allemaal nog niet genoeg is, blijkt dat vanwege het illegaal ‘opschuiven’ van Pretaap, andere buren wel op officiële wijze stukjes van het terrein hebben verkregen waarvoor Pretaap een vergunning had. Met als resultaat dat Pretaap nu slechts een strookje van nog geen vijf meter over heeft. Er past precies een houten marktstand op…
Wat had Pretaap nu kunnen doen om al deze narigheid te voorkomen? Het antwoord is simpel: zich aan de regels houden. Een vergunning voor een marktkraam is niet hetzelfde als een titel op de grond, en dat wist Pretaap ook wel. Hij hoopte gewoon dat de districtscommissaris zijn actie, als hij eenmaal een betonnen pand op de grond had neergezet, wel door de vingers zou zien. Maar hij had geen rekening gehouden met een buurman die een titel op de grond had. Een buurman die wist wat zijn rechten waren, en die rechten ook opeiste.
Lees meer berichten uit de categorie Misstanden.
juni 4, 2017