Plantage Katwijk

Plantage Katwijk

Huis en zijn verhaal

De familie Nouh-Chaia vaart in de jaren 70 met regelmaat over de Surinaamse wateren. Monique herinnert zich van die tochtjes dat haar moeder altijd erg gecharmeerd was van het huis van plantage Katwijk, omdat het zo mooi langs de oever van de rivier staat. “Op een dag kwam mijn vader thuis en vertelde dat hij het huis had gekocht”, lacht Monique. “Er zat alleen nog wel een staartje aan: de plantage.” De woning staat namelijk op een stuk grond dat zo’n zeshonderd meter breed is en bijna zes kilometer landinwaarts rijkt.

De woning is pas in de jaren vijftig van de vorige eeuw gebouwd, maar de grond kent een rijke geschiedenis. Het verhaal begint wanneer het voorland van de plantage in 1746 door de toenmalige gouverneur aan de dertienjarige Alida Maria Wossink wordt uitgegeven. Waar ze dit aan te danken had, is niet bekend. Wat we wel weten, is dat ze na het overlijden van haar eerste en tweede man nog een derde keer huwt. Ten tijde van haar tweede huwelijk wordt ook het achterland uitgegeven. De plantage is dan ruim 364 hectare groot. Het terrein wordt ontgonnen, en Katwijk ontwikkelt zich tot een bloeiende en goed producerende koffieplantage. Totdat in het midden van de 19e eeuw de grond uitgeput raakt en de koffieoogst slinkt. Er wordt tijdelijk overgestapt op bananencultuur. Later groeit de koffieproductie weer, maar het zal altijd achterblijven bij die van vergelijkbare plantages.

Katwijk heeft daarnaast ook een verleden als interneringskamp, een verhaal dat wordt verteld in het boek van Clark Accord, ‘De koningin van Paramaribo’. De Tweede Wereldoorlog is gaande. Met de komst van Amerikaanse soldaten in de stad, groeit ook het aantal dames dat zich aan hen aanbiedt.

Als een bezoek van prinses Juliana en prins Bernhard aangekondigd wordt, is dat aanleiding om de straten van Paramaribo op te schonen. In 1943 vindt een razzia plaats en worden de dames, zonder enig proces, op verdenking van prostitutie van straat gehaald en meegenomen. Hun nieuwe bestemming: plantage Katwijk. Bezittingen worden hen ontnomen, ze worden gebrandmerkt en aangespoord lichte dwangarbeid te verrichten. “Mijn vader heeft zo een dame gekend uit de Weidestraat”, weet Monique zich te herinneren. “Zij kwam als klant bij zijn winkel Micro Markt, en ze heeft hem haar brandmerk nog laten zien.”

Het is 1974 als de vader van Monique, Nagib Nouh-Chaia, de plantage koopt. Suriname staat aan de vooravond van de onafhankelijkheid. Dat de plantage op dat moment wisselt van eigenaar, is geen toeval. Hendrik Gonggrijp is dan directievoerder, en zijn vrouw heeft de onafhankelijkheidsstrijd in Indonesië meegemaakt. Met dit trauma nog vers in haar geheugen, wil ze de onzekere situatie in Suriname niet afwachten. Ze wil weg.

Op het moment van aankoop is Katwijk een verlieslijdende citrus- en koffieplantage.

Nouh-Chaia slaagt erin om er binnen een aantal jaar een winstgevende onderneming van te maken. Hij schaft onder meer machines aan die het mogelijk maken de groene koffie te roosteren. Dit duurt tot kort na de recessie, die begint in de jaren tachtig. Met een tekort aan deviezen in het land, stijgen de prijzen van de te importeren grondstoffen en materialen. Met als gevolg dat er lange tijd een ‘overlevingsstrategie’ als bedrijfsvoering wordt gehanteerd.

Katwijk is nu nog de enige koffie-producerende plantage in Suriname. Ook is er een citrusaanplant, die in de afgelopen drie jaar met 1.500 bomen is uitgebreid en geprofessionaliseerd.

Momenteel worden de toekomstplannen en investeringsmogelijkheden voor de plantage verder uitgedacht. “De tijd van ‘overleven’ is voorbij. Wij willen de landbouwactiviteiten graag verder uitbreiden en er nieuwe activiteiten aan toevoegen. Daartoe zijn we nu bezig de mogelijkheden te onderzoeken. Zeker is wel dat we recht blijven doen aan het erfgoed dat de plantage ons te bieden heeft.”

Lees meer berichten uit de categorie Huis en zijn verhaal.

mei 29, 2017
ADVERTENTIE





E-mailadres:

Ik heb de algemene voorwaarden gelezen en ga ermee akkoord.